naar het Consors paterni luminis
van de dinsdagmetten
CANTIQUE de RACINE (Fauré, 1865)
Verbe, égal au Très-Haut, notre unique espérance
Jour éternel, de la paisible nuit nous rompons le silence
Divin Sauveur, jette sur nous les Yeux !
Divin Sauveur, jette sur nous les Yeux !
Répands sur nous le Feu de Ta Grâce puissante
Que tout l'enfer, que tout l'enfer, fuie au Son de Ta Voix
Dissipe le sommeil d'une âme languissante
Qui la conduit à l'oubli de Tes Lois !
Qui la conduit à l'oubli de Tes Lois !
Ô Christ, sois favorable à ce peuple, fidèle pour Te bénir
Reçois les chants qu'il offre à Ta Gloire, à Ta Gloire immortelle
Et de Tes Dons, qu'il retourne comblé !
Et de Tes Dons, qu'il retourne comblé !
Et de Tes Dons, qu'il retourne comblé !
*
Woord, gelijk aan de Allerhoogste, onze enige hoop,
Eeuwige Dag, van de vredige nacht verbreken wij de stilte
Goddelijke Redder, richt Uw oog op ons !
Goddelijke Redder, richt Uw oog op ons !
Spreid over ons het Vuur van Uw machtige Genade
Zodat de ganse hel, de ganse hel vlucht bij de Klank van Uw Stem
Verdrijf de slaap van een lome ziel
die haar leidt tot het vergeten van Uw Wetten !
die haar leidt tot het vergeten van Uw Wetten !
O Christus, wees gunstig voor dit volk, trouw om U te loven,
Ontvang de liederen die het zingt tot Uw eeuwige Glorie, tot Uw eeuwige Glorie,
En van Uw gaven, moge het heengaan, vervuld !
En van Uw gaven, moge het heengaan, vervuld !
En van Uw gaven, moge het heengaan, vervuld !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten